leen
mij je
been

 

 

 

 

 

Als kind droomde ik ervan ooit in een baljurk met een pruik op het toneel te staan.
Ik ontdekte al jong dat mijn kracht lag op het komische vlak. Mensen moesten lachen toen ik tijdens een uitvoering als 7 jarige in het donkere bos zei: ‘Hans, ik ben zo bang’. Terwijl ik toch echt de wolven dichtbij hoorde huilen.

Uitbundig en verstild acteren
In de voorstelling SiSiSi van Golden Palace kom ik op achter een strijkplank. Het publiek moet lachen. Dat komt door het onverwachte beeld en door de timing. Net even inhouden en vertragen, om daarna een snelle switch te maken. Even later zing ik een chanson vanuit pijn en ontreddering.
Daar houd ik van. Transformeren, van het een in het ander schieten, metamorfoses maken. Ik houd van spelen met uitersten: zo licht als een veertje, uitbundig en ongegeneerd. En dan weer verstild met een minimum aan gebaren. Ik voel me thuis in een fysieke speelstijl waarin het komische en het tragische elkaar afwisselen.

Acteren naast regisseren
Lange tijd dacht ik dat maken en spelen hetzelfde ding was. Tot het creëren en regisseren voor mij belangrijker werd dan spelen. Toch ben ik blij dat ik nog steeds als actrice actief ben. Het is een fijne afwisseling naast regie en docentschap en wordt ingegeven door puur spelplezier. Acteren is als terugkeren naar de bron.


 

ACTRICE
archief